Hulpeloos
Ik weet niet zeker of ik hetgeen ik nu ga schrijven ook moet gaan vrijgeven maar ik doe het waarschijnlijk toch. Ik ben nu in zo’n stemming dat ik iets ga schrijven wat het absolute toppunt van non-fictie zal zijn wat ik ooit heb geschreven. Ik heb geen hulp nodig. Ik wil niet dat mensen mij helpen. Ik wil niet dat mensen te dichtbij komen. Er zijn twee mensen die heel erg dichtbij komen en die twee mensen zijn mijn moeder en mijn beste kameraad. Twee mensen die mij vaker wel snappen dan niet en dat vergemakkelijkt mijn leven enigszins. Verder wil ik liever niet dat iemand dichterbij komt. De klap komt zoveel harder aan als iemand verdwijnt die juist bijna het dichtst bij was van allemaal. Ik ga relaties uit de weg. Ik val op vrouwen maar ik zoek naar iets om haar te ontheiligen en ik scheep haar af met een fantastisch doordacht excuus. Ik heb veel fantasie en ik kan janken op commando dus geen enkele vrouw die mij niet geloofde. Ik heb vrouwen die verliefd op mij waren verteld dat het eerste meisje waar ik verliefd op was werd vermoord en verkracht en dat ik daarom nog veel tijd nodig heb om weer met een relatie te beginnen. Ik heb drankproblemen geënsceneerd en weet ik wat nog meer voor niet te verzinnen excuses. Ik verdien een oscar maar ik heb geen hulp nodig want iemand die mij helpt ga ik vertrouwen en nodig hebben en als deze persoon de hulp niet meer kan bieden val ik terug en geef ik mijzelf weer de schuld. Ik ga alles uit de weg. Ik ben niet bang. Ik ben voorzichtig. Voorzichtig voor mijzelf. Ik heb goede vrienden. Vrienden die zonder twijfel iemand in elkaar rossen als deze persoon mij zou bedreigen.
Toch ben ik eenzaam.
Ik wil zo graag wakker worden met een leeg warm plekje naast mij en dat ze dan met slaapoogjes en één van mijn shirts de slaapkamer in loopt en mij met een kus op mijn voorhoofd een goede morgen wenst. Ze laat een scheet als ze naast mij komt liggen en we lachen er kostelijk om als ik zeg dat het naar chanel No5 ruikt. Ik wil iemand die mij beter kent dan wat dan ook maar ik laat het niet/nooit toe.
De klap is te hard.
Ik heb al heel wat verloren en op de meest verschrikkelijke manieren en dat trek ik niet. Niet meer. Ik heb geen hulp nodig. Ik wil dat niet. Mensen die mij vertellen wat ik moet gaan doen motiveren mij alleen maar meer om datgene niet te doen. Laat mij maar lekker in een kroeg hangen en dronken worden en mijn longen verpesten met peuk na peuk na peuk na peuk na… Noem mij niet geniaal want voor elk mens die mij of mijn werk geniaal noemt zijn er honderden die er niks of zelfs minder in zien en dat is weer zo’n klap. Hemel mij niet op want die hel daarna is enkel dieper.Ik heb geen hulp nodig. Ik heb niemand nodig. Ik moet alleen een manier vinden om iemand om hulp te vragen.
Da’s alles.
60n20