Lief nachtboek (2)
Uit het niets sta ik ineens in een grote lege loods, de oneindig lange wanden reiken tot ver in de duisternis tot aan het gezicht ontrokken eindpunt. Net als ik in dat donker die kant op loop,hoor ik een vreemd geluid. Ineens zijn er 3 lichten zichtbaar in een driehoeksvorm. Het geluid neemt in volume toe. Tot me grootste verbazing is het een trein, model hondekop, die in de lege loods langs me heen raast. Als ik me omdraai zie ik in de verte mezelf lopen. Ineens ben ik me ma. Sta ik langs het spoor te kijken hoe de spoorbomen dicht gaan. En zie ik mezelf ineens de rails oplopen. Wil als me ma ernaar toe lopen,maar kom geen stap verder. Wil waarschuwen voor de naderende trein door te gillen. Dan zie ik vanuit de ogen van me ma hoe ikzelf aan pap wordt gereden door de trein. Sterker nog ik voel zelfs het gruwelijke verdriet wat me ma hierbij voelt.
“Damn, dit gevoel trek ik niet” denk ik terwijl ik om me heen kijk. Beneden me zie ik een stilstaande trein op de donkere rails steeds kleiner worden. Vanuit een passeerende wolk komt een Volkswagen kever gereden in slakketempo. Zonder te twijfelen sleur ik de bestuurder aan zijn haren vanachter het stuur vandaan. Terwijl ik vol gas langs wolken raas, zie ik op het dashboard ineens een cdr liggen. Stop de schijf in de cdspeler. Met de eerste klap van een van me favoriete beats, rijdt ik op een lang zandpad tussen korenvelden.
Ineens besef ik dat ik helemaal geen auto kan rijden,maar dat het ondanks dat me toch erg goed afgaat. Blij dat ik waar ik rondraas geen mens te bekennen valt. Zodat ik vrij nonchelant wat rondspinned, en over het pad zig zagt als een dronkaard. Als het tempo van de beat versnelt, schrik ik me te pletter. Shiiiiit, in een wirwar van bruggen, meerbaanswegen, stoplichten, verkeersborden, zebrapaden, haaietanden moet ik ineens ten volste concentreren om niks te raken. Remmen komt niet in me op.
De auto vult zich met sneeuw, en ik rol voelbaar keihard rond. In de verte hoor ik hysterisch gejodel. Langzaam hoor ik meer. Zie ook ineens weer. Dobber in een ronde witte bal wat rond in het water. Als ik achterom kijk, hoor ik een keiharde sheepstoeter. Een gigantische boeg doemt op en nadert zo schrikbarend snel. Op het moment van impact zit ik zwetend rechtop in bed. De scheepstoeter klinkt nog na in me hoofd. Het blijkt de wekker te zijn die me uit dit rare avontuur haalde.
Kutrealiteit!…… 😉
El13