De rat
Ik ben doorgaans erg ruimdenkend. Bijna iedereen wordt door mij gerespecteerd om wat hij is – of in elk geval gedoogd. Duitse toeristen die het strand veranderen in een kraterlandschap? Ik graaf gezellig mee. Radicale moslims die mij van een dak wensen te gooien? Ik bedek ze met de linkse mantel der liefde. Hun gereformeerde tegenhanger, de heer B.J. van der Vlies? Ik heb diep respect voor zijn onkreukbaarheid. Voetbalsupporters? Ik bezie hen met een minzame glimlach, ze weten immers niet beter.
U merkt, ik heb een groot hart. Er is maar één persoon waar ik werkelijk kippenvel van krijg. Frustrerend genoeg heb ik geen idee hoe dat komt. Is het die zachte G? Die lijzige stem? De schijnheilige praatjes over “christelijke naastenliefde”? Dat gezicht waar ik in gedachten – excusez-le-mot – het woord “rattenkop” aan koppel? Ik weet het niet, maar feit blijft dat ik altijd dat gezichtvoor me zie als ik lees over tweedehands-autoverkopers, dubieuze verzekeringsagenten, frauderende boekhouders en ander bedrieglijk gespuis. Altijd weer die mentale associatie – en dan zijn er nog de nachtmerries! Slapen krijgt een hele nieuwe dimensie als je over deze man droomt!
Ik zie maar één oplossing. Bij een rattenplaag moet je de gemeente bellen, die sturen dan een professionele rattenvanger. Ik kan ‘m goed gebruiken.Ik heb maar één opdracht voor hem: bring me the head of Maxime Verhagen!
Fool of a Took