Aprilling
Ik kan tegen mijzelf zeggen.
Dat ik erover praat.
Maar eigenlijk sta ik stil.
Bij de gedachten dat het waar is.
De vrucht die groeit.
De vogel die takken zoekt.
Bescherming als een branding.
De kust als eindstreep.
Het wachten werd niks.
Maar plotseling was het daar.
Zo zuiver als een piano klank.
Gestemd met door mijzelf.
De verwachting was beter.
Geen teleurstelling.
Alles was helder en zuiver.
De smaak zo zoet.
Rude 66