Vader
Het springtouw flitste voor haar ogen weg, de bomen tolden en de speciale smaak van de korrelige modder versterkte haar opgekomen misselijkheid. De overheersende greep van de krachtige vingers doorboorde haar prille lichaam, die zojuist verstijfd van angst door het struikgewas was gesleurd. Ze bleef stil liggen in de hoop dat het dan allemaal zou ophouden, dat het maar een van de nachtmerries was die haar zo teisterde. Even dacht ze dat ze gewonnen had: de sterke handen lieten los. Ze kreunde. Het gevoel drong terug tot in de topjes van haar fragiele vingers, die ze stuk voor stuk in de vuile grond drukte. Ze meende de specifieke sigarengeur van haar vader te herkennen. Maar haar hoofd vertelde haar dat die gedachte een hersenspinsel moest zijn; hij kon onmogelijk bij haar zijn. Ze hoorde het gehijg tot vlakbij haar oor komen terwijl de man wild aan haar kleren trok. Heel even was ze bang dat ze opgeslokt zou worden in de duisternis, en dat ze al haar fouten niet meer goed zou mogen maken.
In de plaats van de angst en paniek leefde nu een soort vage opluchting, hoewel ze zachtjes beefde. Ze wist niet of het door de schrik kwam of door de koude stethoscoop van de arts op het politiebureau. Hij leek haar best aardig; hij had een zacht gelaat. Deze man zou haar nooit zo’n pijn doen. Hij bleef tegen haar praten op vriendelijke toon en probeerde haar aan het lachen te krijgen, maar ze voelde zich te leeg om grappen te maken. Ze wilde daar op de tafel in slaap vallen, het was haar iets te veel geworden en het voelde alsof de kracht uit haar lijf was gezogen. De dokter plukte haar van de tafel en zette haar voorzichtig voor de deur neer, met de vraag of ze aan de andere kant de man van daarnet zag. Ze wilde niet, maar omdat ze geen andere keus leek te hebben en weigeren haar teveel energie zou kosten, legde ze haar hand op de deurkruk en forceerde daarna haar voeten over de drempel. Onder toezicht van twee mannen ging ze daar op een bankje zitten.
Misschien alleen uit pure opluchting, of waarschijnlijker uit een combinatie van allerlei emoties tegelijk verstokte heel haar lichaam, en zelfs vergat ze haar longen te vullen met de duffe kantoorlucht. Hij liep binnen. Vader. Haar held. Haar vader. “Vader!” Ze riep wild jankend en klemde zich aan hem vast, terwijl de sigarengeur haar voor de tweede keer die avond omhelsde.
Window