Ontzettende trien
Wat een ontzettende trien is dat toch eigenlijk. Nee, trien is niet het goede woord. Maar het is in ieder geval wel iets ontzettends. Een ontzettende uhm ik weet niet wat voor ontzettend iets maar ja. Feit is dat ze het is.
Ten eerste: ze ziet er niet uit (naar mijn bescheiden mening),
ten tweede: ze ziet er niet uit (naar mijn onbescheiden mening),
ten derde: ze zegt nooit wat,
ten vierde: ze doet nooit iets leuks,
ten vijfde: ze lacht niet leuk (dat had alles nog goed kunnen maken, want om mij moeten mensen lachen en als ze dan leuk zou lachen dan zou ze nog leuk zijn).
Maar jam, boter en pindakaas bij elkaar is eenmaal niet lekker.
Oh, daar had ik het niet over.
Sorry.
Maar ik had op de een of andere manier toch nog hoop voor haar. Ik weet het, ik ben eigenlijk te goed voor deze wereld. Maar ik had dus nog hoop voor haar. Zo gauw we een moment alleen waren schoot ik als het ware(dus het was niet zo, onthoudt dat goed, ze zou maar zomaar schrikken) op haar af.
“En hoe vind je het?”
“Ik eh vind het eh eigenlijk wel eh (stom??) eh leuk.” (daar was al iets van mijn hoop, ze vond het leuk terwijl ze niks deed, het kan nog, genieten om niks, tevreden zijn met niks)
“En wat ga je volgend jaar eigenlijk doen?”
“Ik eh ga eh laboratoriumonderzoek studeren!”
“Hoe kijk ik door een microscoop?”
“Eh, nee. Onderzoek doen naar ziektes en virussen (zo zei ze dat, ik durfde niet te vragen of het misschien viri moest zijn).”
En daar sprong de hoop die ik voor haar koesterde omhoog en daarbij kwam zoveel energie bij vrij dat bijna mijn hart in brand stond voor haar. De schat. Ik zag het al helemaal voor me. Ze was altijd al geplaagd, niet door haar uiterlijk dan wel door haar klasgenootjes (ik had daar niet bij kunnen zijn omdat ik eigenlijk te goed voor deze wereld ben). Altijd eenzaam geweest. En dat zou ze blijven. Ze zou nu worden geplaagd door de mensen die ze juist zou gaan behoeden voor ziektes en virussen (of toch viri?).
Maar ja, er is nu eenmaal onrecht.
En ik vraag me nu af: zouden meer mensen dit moeten doen? Het moderne monnikschap, alleen dan anders. Nu niet als een geƫerd monnik, maar als een ontzettend geplaagde trien?
De ridder met het open vizier