Het beest
Het beest in me hoofd groeit.
Ik heb het ooit zelf uitgenodigt om daar te komen.
Niet wetende wat de bijwerkingen zouden zijn.
In het begin gaf het beest me kracht.
Het gaf me de nodige lef om me grenzen te verkennen.
Voedde me met een ongezonde ontdekkingsdrang.
Het beest voed zichzelf blijkbaar ook met emoties.
Als ik bijvoorbeeld met een gebroken hart kamp,
maakt het beest daar gretig gebruik van.
Me verwarring door het beest vakkundig omgesmeed tot keiharde haat.
Me angst/twijfels zogenaamd over boord gegooit, vervangen door een apocalyptische nonchelantie.
Het beest in me hoofd is in gevecht met me eigen goedheid.
Langzaam knaagt het beest aan me positieve krachten.
Het innerlijk gevecht kost me soms teveel mentale energie.
Langzaam maar zeker geef ik steeds meer toe aan het beest.
Niet omdat ik het gevecht moe ben, maar omdat het mischien wel zo hoort te gaan.
Was dit mijn doel in dit leven, langzaam 1 worden met het beest in me hoofd.
Om vervolgens op het beestige instinct voor te razen.
Totdat het losgelagen beest een gevaar voor de samenleving wordt.
Dan wordt het beest opgesloten achter tralies.
Zodat de nog menselijke mensen het vanachter veiligheidsglas kunnen aanstaren met een blik vol herkenning.
Mensen zijn beesten.
Sprak het ontembare beest.
El13