Lief nachtboek (1)
Wat mij nu toch weer is overkomen, en ook overkwam. Om een nog niet nader te verklaren reden snelde ik afgelopen n8 door de vrieskoude stille straten van Amsterdam. Op zoek naar sporadisch aanwezig struikgewas om daarin me blaas te kunnen ledigen. In mijn,door me hersens aangewakkerde, chaotisme van dit korte zoektochtje stuitte ik keer op keer op de in overvloed aanwezige straatornamenten. Die me telkens eventjes lieten stilstaan bij de zogenaamde vanzelfsprekendheid waarmee zij het straatbeeld vullen. Telkens besloot ik om de piraat uit te hangen in deze vloedgolf van oa verkeersborden, lantaarnpalen, brandkranen, electriciteitskastjes, verkeerslichten. Enterde deze publieke eigendommen door er telkens een teken van mijn aanwezigheid achter te laten. Soms bleek ik de eerste te zijn die tegen de stroom van gemeentelijke informatie invoer, vaker nog sloot ik me bij reeds eerder gepasseerde collegea straatversierders aan.
Uiteindelijk vond ik de struiken waarvoor ik de zweterige warmte van de wc-file in het kraakpand besloot in te ruilen voor de koude leegte op straat. Met een gevoel van ultieme vrijheidsbeleving spetterde de met alcoholmoleculen doordrenkte urine eindelijk tussen het groen van deze coniferen. Toen ik me vervolgens omdraaide en de totale omgeving wat meer tot me doordrong, zag ik dat ik me pal t.o.v. een door maatpakken uitpuilende lobby van het Amstelhotel bevond. Vanachter de door overdreven veel lampen verlichtte ramen begonnen enkele “heren” & “dames” schaapachtig te grijnzen toen ze zagen dat ik me verslete trainingsbroek m.b.v. een knoop in het touw weer strak om me middel hees. Daarbij me handen vrijmakende door het meegesmokkelde flesje bier aan de hals tussen me tanden te klemmen.
Vrolijk zwaaide ik naar de sigaarrokende en champagnedrinkende stropdassen/mantelpakjes-kliek die ineens met stoïcijnse blindheid leek te worden geslagen. Liep vervolgens dichter naar de ramen van de lobby toe om mijn te uitbundige zwaairitueel te herhalen. Dit werdt vanuit luie ooghoeken & vanachter gucci-brillen ongetwijfeld waargenomen, alleen terugzwaaien was er blijkbaar niet bij.
Mischien was een zwaaigebaar alleen niet geheel overtuigend genoeg voor hen. Dus schoptte ik tegen wat geparkeerde Jaguars & Bentleys aan,die spontaan een soort foute harde hardstyle-house gepiep door de stille straat lieten klinken,dit ondersteunt door ritmisch lampjesgeknipper. Nog ff snel deed ik daarop een een komisch dansje totdat ik zag dat er vanaf de breedse entreetrap 2 portieren aangerend kwamen. Vanuit me door lachtranen doordrenkte ogen zag ik in me vlucht nog net dat dit gebeuren idd WEL de volledige aandacht van de heren en dames trok.
Zonder buit maar met lege blaas zat ik enkele minuten later weer veilig in het kraaiennest, tussen ander tegen-de-stroom-invarende bandieten uit te hijgen. Wat er zich aldaar weer afspeelde, zal ik je de volgende keer vertellen, want inmiddels is de zon alweer lang op,dus wordt het hoog tijd me dagboek weer wat invulling te geven.
Carpe noctem!
El13