Wat te doen?
Zevenentwintig jaar ben ik.
Twintig jaar vechten heb ik achter de rug,
en zeven jaar van onwetendheid.
Nu weet ik dat onwetendheid een zegen kan zijn.
Ik snap niet wat ik hier nog doe, maar ik wil niet mezelf doden.
Ik heb liefde ontdekt door het te verliezen, ik heb ouders ontdekt door ze te haten. Mijn opvoeding heb ik bij anderen afgekeken en mijn overlevingsdrang is een gevolg van mijn leven.
Mij is geleerd:”Als je er niet over praat dan is het er niet”
Mij is geleerd:”Zelf de slechten krijgen hulp”.
Kansen kreeg ik zat, maar ik ben nog een kind.
Wie geeft een kind nou een eigen huis.
Wie vraagt er aan een kind om verantwoordelijkheid te tonen als hij het begrip niet volledig bevat?
“Je bent zevenentwintig, doe eens alsof je zo oud bent”.
Mijn halve leven doe ik dat al.
Ergens hield ik op met ontplooien, waardoor ik moest improviseren.
Improviseren om niet op mn zestiende al zelfmoord te plegen.
Als het op je elfde mislukt dan ga je nadenken als je ouder word.
Het is nu oktober 2003.
Ik sta aan de vooravond van het einde van een echt leven.
Dankzij mijn onkunde kom ik weer naast iedereen wonen.
Nog enkele weken.
Ondanks mijn “talenten”, kan ik bijna niets, behalve vrienden afstoten.
Mijn gedrag is onacceptabel en toch accepteert men het.
Dat is vriendschap, en tegelijk een nemesis.
Nu ik echt weet wat liefde(ook vriendschap valt daaronder) is, kan ik mijn leven niet beeindigen.
Maar toch…
Na twintig jaar vechten, pech, verdriet, pijn en haat, ben ik moe.
Al mijn pogingen om in de maatschappij te komen, brachten me weer op het zelfde adres, de straat.
Ik ben het vechten moe.
Misschien is dit wel een enorme kreet om hulp, misschien een afscheid.
Hoe dan ook, ik hoop op een echte kans.
Ik wil leven, maar dan wel echt leven.
Niet bang zijn dat voor depressies die me iedereen doen haten.
Niet bang zijn dat ik gek ben.
Niet bang zijn voor black-outs.
Niet bang zijn voor de toekomst.
Ik zou nu eindelijk wel eens willen werken vanuit een veilige situatie.
Vanuit een thuis, vanuit geborgenheid.
Maar die twee woorden zijn voor mij niet meer dan woorden zonder betekenis.
Mijn god wat haat ik mijn leven.
Perril Mayhem