Herfst-trip
Op een dag dat de hersft bijna officieel begint, schijnt de zon als ware het nog Juli. Met behulp van zo’n geel/blauwe rups die door het nog steeds groene landschap raast,bereiken we onze bestemming. Vanuit de trein (11.15) lopen we richting het groene landschap. Gewapend met een rugzak vol vocht, fototoestel, en het moge iets meer zijn. Door het nog zomerse gras bereiken we zandpaden. Langs deze paden pronken de talrijke aanwezige paddestoelen. Sommige in volle bloeiglorie,anderen in volle rottingsglorie.
Na een uitgebreide gezamelijke observatie,spreken we vol overgave en respect voor deze wondertjes der Natuur. Als we merken dat onze geesten zich enigzins aan het veruimen zijn,besluiten we weer verder te gaan. Na wat dagjesfietsers op een fietspad te hebben ontwijkt, nemen we een bospad die ons op een begroeide helling brengt.
Ineens zien we een groepje volwassenere mannen. Op zich niks bijzonders ware het niet dat deze mannen geheel in commando-stijl gekleed daar lagen. Eerst zag ik alleen hun hoofdjes en andere niet gekleede lichaamsdelen.. In het voorbijgaan mompel ik iets van “Is het gvd oorlog ofzo?, wat de fok? beetje vreemd dit”. Me wandelgenoot ziet aan de “burger-sport-rugzakken” dat ze geen echte legerdudes zijn. Later bekijk ik vanuit hun ogen de situatie en besef dan dat wij er nou ook niet bepaald standaard “boswandelaarsachtig” uitzagen. Maar toch,wat bezielde ze? Waarom lagen daar een groep kerels net te doen alsof ze Yankees in vietnam waren? Zou dit soms in deze regionen aan de dagelijkse orde van de dag zijn? Vanaf een veilige afstand proberen we ze nog af te luisteren. Maar onze VC-overlevingsdrang laat ons nog ff in vragen achter. We besluiten dat deze dag daarop de antwoorden niet hoeft te brengen,en vervolgen de weg. Op weg naar wat? Het boeidde ons heel even, totdat ons lichaam ons beval weet verder te gaan. Met stevige doch voorzichtige tred vervolgen we onze zoektocht naar niets.
Totdat we door de hitte (jawel, en dat in de bijna-herfst!…Yeah!) ff besluiten een bankje te pakken. Wat natuurlijk een rare zegswijze is voor het feit dat we op dat bank gingen zitten. Vanaf de houten constuctie hebben we onbeschrijvelijke uitzichten. En soms ook onbeschrijvelijk inzichten. Stilzwijgend met brede grijns staren we wat vaag in het rond. Volledig in een mentale revolutie verzonken.
……………….. (veel gewandel,wat meer op zwalken lijkt….., geobserveer….)…………….
Verderop bij een rare kale boomstronk laten we iets achter ter nagedachtenis van dit ooh zo prachtige herfst-begin! Dus mocht je ooit in een boomstronk een tegeltje vinden met een rare kop erop getekend, en wat verduidelijkende teksten, blijf er dan aub vanaf. Net op het moment dat ik met geconcentreerde precissie een foto ervan wil gaan maken, passeert er een wandelend gezin. Als 1 van de kinderen vraagt wat “die meneer” daar doet, antwoord me reisgenoot. “Let maar niet op hem hoor!, hij is een beetje gek.” Wat voor vaag “gesprek” er toen volgde tussen de pa v/h gezin en ons 2 vreemd gedragende bosliefhebbers kan ik me gelukkig niet in details herinneren. Vrees voor de arme man dat hij er nu nog overnadenkt.
………………… (de tijd ergens aanwezig, ergens ook totaal niet!) ……………
We maken een omzwerving door bos,langs wegen. Staan heel even stil bij de gesneuvelde strijders voor de nederlandse vrijheid in de tweede wereldoorlog. Na nog meer groen en rust,horen we door het bos ineens “muziek.” Als ontdekkingsreizigers die al jaren door de jungle lopen, versnelt onze pas bij de gedachte aan dansende mensen, koud bier, en andere gemakken die niet in het stille bos aanwezig waren. Dichterbij gekomen stuiten we op een hek, en de conclusie dat die niet te overklimmen is zonder gezien te worden. En de muziek blijkt ook minder aantrekkelijk dan het eerst leek. Ineens komt er een dierentuin-pipo aan. Zo’n puistpuber met overslaande stem “Mag ik vragen wat jullie daar deden?” “NEE!”luid het korte maar zeer duidelijke antwoord van me reisgenoot. We slenteren met een nonchelante tred ongestoord verder, terwijl ik de “beveiligingbeambte” nog ff probeer uit te leggen dat we gewoon uit het bos kwamen gewandeld. ofzo.
De ontmoeting bevestigt voor ons maar weer dat “normale” mensen soms erg vervelend en dom kunnen zijn. We verheugen ons al op de volgende rare mensen die we zullen gaan zien. Tijdens een struikwatergeefstop sta ik naar de autoweg te kijken. Zie het ene blik na de andere voorbij razen, met de meest “vrolijke” bestuurders. En krijgt allerlei flauwe woordengrapjes die in me hoofd opborrelen, alsof ze er al jaren zaten. Als ik daarna ff probeer me nog aanwezige geld te tellen, schiet ik in een luidkeels gegier uit als ik na 3 keer tellen het nog niet weet.
Voor de paserende wandelaars blijkt dat een raar schouw- en hoorspel te zijn. Me reisgenoot staat nog uit het zicht de struiken water te geven. Wordt aangekeken of het hier verboden is om hardop in je eentje te staan lachen met je lichaam in de meest losse bewegingen bewegend. Slenterend richting het centrum van het pitoreske rijnplaatsje. Bij een benzinepomp lopen wat mensen rond autos. Beiden staren we de langslopende tijd naar het geheel. Iedereen kijkt terug,maar er was er 1 die wel heel erg anders terugkeek. Althans die conclusie spraken we zon beetje tegelijkertijd uit! Iets wat weer bevestigd dat we schijnbaar redelijk op 1 lijn zitten qua gedachten,bevindingen.
We beschouwen als vanzelfsprekend dat we als rare eenden in de plas worden gezien, maar zien intussen al aardig wat rare creaties van de natuur rondfietsen / scooteren / lopen. Alsof we een film van Theo van Gogh binnen wandelen. Al lachend en gein makend om alles wat we zien naderen we de winkelstraatjes. Een lokale supermarkt door ons niet gevreesd. Na bij binnenkomst al bijna het draaihekje over het hoofd te hebben gezien, omdat de ogen zo nodig naar rare mensen in de kassa-rij moesten kijken. Slalommend tussen veels te traag bewegende hobby-winkelaars. Schijnbaar schrikken traagbewegende als er iemand aankomt stormen en stoppen dan ineens, waardoor de miniscule timing van de doorlopende in de war raakt. En een soort halve botsing onstaat, gewoon doorijden want die meneer viel niet om.
De overdaad aan drinken en eten doet ons niets.We weten precies wat we willen. Binnen een new werelrecord snelwinkelen bereiken we de kassarij. Daar moet ik op me lippen bijten om niet in de slappe lach te schieten. Tellen van muntjes blijkt in staat van realiteitsverlies-ten-top wederom een zware klus voor de grijze cellen te zijn. Wonder boven wonder komen we er zonder kleerscheuren weg. De goden (ofzo) lijken ons zeker goed gezindt deze ultiem intense dag. Enige uren (of minuten,wie zal het zeggen) later lijken we ineens ons doel te hebben bereikt.
De voeten worden bevrijd van alles eromheen. Tenen eindelijk rechtstreeks in contact met het gras,de grond. Doelloos rondzwalkend uiteindelijk aan de rand van het water belandend. We speuren de omgeving af, op zoek naar wederom niets. Naast ons mini-strandje van enkele meters zand,is een veel groter strandje.
Daar liggen voornamelijk gezinnen en stelletjes. Vanachter de grasmuur hebben we prima uitzicht op deze samenklitting van mensjes. Door het water raak ik in een soort piraten-stemming. Met een kromme tak als degen hups ik wat over de stenen aan de oever. Af en toe een spontane “HARRRRR” uit me raar voelende mond producerend. Om vervolgens in een lange inwendige slappelach bui te geraken.
De binnenpretjes om de meest uiteenlopende onderwerpen wisselen elkaar in rap tempo af en aan. Het lijkt wel over er een intense vreugde/vrijheidsfile van pure gedachten op de snelwegen van onze hersencellen staat. Met grijns van oor tot oor,ervaren we de verkoelende werking van het water. Het water voelt veel intenser en natter dan in nuchtere toestand. Voelt zoals het zou moeten voelen. Het lijkt wel of we in een ansichtkaart terrecht zijn gekomen. De vervlakking/vervreemding van sommige gedeelten in de verte doet denken aan een woeste Picasso in de tijd van de 2e wereldoorlog. Er wordt besloten om een foto van onze ansichtkaartomgeving te maken.
Natuurlijk wordt de surrealisatie van de werkelijkheid ook deels versterkt door de geelglazige ski-bril die ik de gehele tijd al op droeg. Geheel van direct daglicht afgeschermde ogen turen door een soort passepartout van partrijspoorten. Continue speurend naar mooie lijnwerking,spontane composities,samenvloeiende elementen. Niet alleen voor de ogen,maar ook voor de andere zintuigen is het weer een feest van natuurlijke bevindingen.
Volledig bewust van de werkelijkheid om ons heen,maar toch op een andersoort hersengolflengte als de andere “zonaanbidders”. Met kinderlijke ontdekkingsdrang bestuderen we een hele dikke spin, die een web vol miniscule mugjes heeft. Het beest is totaal onbewogen van al deze aandacht. Zodat onze aandacht snel weer afdwaalt naar de vraag of het bier al is afgekoeld. Het blijkt in elk geval niet lauw te zijn,dus heeft de plek tussen de stenen en schaduw zijn waarde bewezen.
Vol lof over deze natuurlijke koelkast proosten we op alles wat deze dag tot een bijzondere maakte. De ontmoetingen met al die zonderlinge rare mensen. Indrukken die inwendig hun spoor achterlaten zullen. Observaties die door geen pen beschreven zouden kunnen worden,die door geen kwast op het doek gevangen konden worden. Ook proosten we zonder woorden op alles wat nog komen gaat. Volledige vrijheids ervaringen met wat eetlepels fantasie gemixed. Alsof we vanuit onze dagelijkse werkelijkheid in een film met blanco script terrecht komen. Samen het script invullend om uiteindelijk op een zeer open eind uit te komen………..
el13