Brief
Geachte ouders,
Ik zal vertellen hoe het mij begaat sinds ik jullie heb achtergelaten, of jullie mij (wat overigens niet ter zake doet, maar het doet mij goed het gevoel te hebben dat ik jullie heb achtergelaten, omdat het me een gevoel van zelfstandigheid geeft). Ik werk nu, wat jullie vast niets interesseert, niet. Ik ben werkloos. Ongelooflijk! Maar waar. Ik heb het geprobeerd, maar jullie creatuur schijnt niet in staat zich te mengen in het alledaagse leven van de werkman. Het schepsel, van jullie hand, schijnt zich paranoia te gaan gedragen zodra het aan vaste werktijden gebonden wordt.
Ik leef nu van een uitkering, wat mij uitstekend bevalt. Ik kan doen wat ik wil, wanneer ik wil, met wie ik wil, met wat ik wil, hoe ik wil, waarmee ik wil. Kortom, ik ben vrij. Hoewel vrij hier slechts relatief is, omdat ik vrij ben om te doen wat ik wil binnen de Nederlandse wet. Dit is overigens geen belemmering, ik ben creatief genoeg om mijn wil uit te voeren zonder de wet te overtreden. Dit zullen jullie vast vaker hebben opgemerkt, wanneer veel dingen wel erg toevallig op elkaar volgden, met fatale gevolgen. (Dit is overigens geen bekentenis, het is slechts suggestief.)
Ik eet slecht. Wat ik eet doet niet ter zake, het interesseert jullie waarschijnlijk ook niets. Wel kan ik melden dat ik ben afgevallen, maar ik heb nog steeds energie over om mijn dagelijkse bezigheden uit te voeren. Wat dit zijn kan ik jullie helaas niet meedelen, dat is strikt geheim. Ik kan er slechts over zeggen dat jullie er niet bij mee zijn, wat maakt dat ik het des te leuker vind.
Ik voel me nu beter dan ooit. De gedachte aan het feit dat ik vrij ben en jullie nog steeds leven voor jullie werk, maakt dat ik een euforische blijdschap ervaar. De nachtmerries zijn verdwenen sinds jullie niet meer om mij heen hangen om mij jullie wil op te leggen. Aan de wil om excuses te maken, heb ik overigens voldaan, op mijn eigen manier. Dit hebben jullie vast allang vernomen, immers waren jullie er toen nog aansprakelijk voor.
Wat mij brengt bij de reden tot schrijven. Mijn 18e verjaardag. Ik heb deze dag overgeslagen, omdat dit de dag is dat jullie mij 18 jaar geleden op de wereld hebben gezet. Ik heb de dag erna de afgelopen jaren overdacht. Ik heb besloten dat ik mijn eerste levensjaren vast en zeker het gelukkigst moet zijn geweest, toen ik nog alleen en onwetend was. Toen jullie nog dachten dat ik een wonderbaar schepsel van jullie hand zou zijn. Toen jullie nog in mij geloofden. Toen ik nog jong genoeg was om niets te moeten en aan geen enkele voorwaarde te hoeven voldoen. Helaas moest ik ook de conclusie trekken dat ik de eerste jaren van mijn leven grotendeels gemist heb. Ik was me nog niet bewust van mezelf, mijn situatie, mijn gevoelens, mijn geluk. Ik heb hierom getreurd, omdat ik weet dat die tijd voorgoed geweest is. Omdat ik besefte dat ik nooit meer dit prille geluk zou ervaren.
Wat jullie betreft. Ik heb jullie niet meer nodig. Zoals jullie eerder hebben kunnen lezen, red ik mijzelf prima en ben ik zo gelukkig als mogelijk, na wat er gebeurt is. Van wat er gebeurd is geef ik jullie niet de schuld, ik meen wel dat het voorkomen had kunnen worden als jullie mijn opvoeding anders hadden geregeld.
Dit is de laatste keer dat ik jullie zal berichten over mijn stand van zaken. Ik wens niet met jullie in contact gebracht te worden, om welke reden dan ook. Ik red mij prima alleen.
Hoogachtend,
Jullie zoon.
lactamaeon