Dubbelmoord
Door tralies van verlangen zie ik op naar wat ik deed.
Ik zie mezelf daar hangen en zie hoe ik overleed.
Dat ik schreeuwde van de pijn omdat jij bij mij vandaan ging.
Nachten donkerder dan een mijn, zwarter dan de kolen binnenin.
En de tralies worden breder tot een dik massieve wand.
Het gevoel wordt niet veel beter, het verlangen houdt nog stand.
Zoveel erger dan tevoren smacht ik nu naar jou dichtbij.
Maar al werd ik nog herboren, verder weg dan ooit ben jij.
Nog door kleine dunne spleten zie ik dat ik mijn ogen sluit.
Ach, kon ik je maar vergeten, maar mijn bewustzijn gaat niet uit.
Gedoemd ben ik naar jou te smachten hier te staren naar de wand.
Waar jij nu wellicht vanachter, tranen laat, maar wél vergeten kan.
Nu, meer pijn dat ooit te voren, hoewel mijn lichaam niet meer is.
Mijn ziel lijkt totaal verloren, opgaand in jouw verdoemenis.
Zo pleeg jij een dubbelmoord, want mijn lichaam noch mijn ziel,
Vindt nu rust in vredig oord, omdat je voor geen van beiden viel
lactamaeon